Grafzerken




In het koor en transept ziet men twee 16e-eeuwse hardstenen grafzerken. Ze zijn nogal beschadigd. Het zijn de grafzerken van de naamgenoten Dirk I van Zuylen, de zoon van Josina van der Haer gestorven in 1503 en Dirk III van Zuylen, de achterkleinzoon van Josina van der Haer, gestorven in 1580. Het zijn de fameuze bewoners van het vroegere imposante Kasteel de Haar. Het zijn de enige resten van het oorspronkelijke interieur. 

 

In 1899 wordt de grafkelder, waarin zich 18 schedels en vele botten bevonden, geopend. Deze restanten worden zorgvuldig verzameld en in een nieuwe kist bijgezet. Deze word herbegraven onder de fraaie grafzerk van Dirk van Zuylen. Op de kist voor de herbegraving wordt de volgende tekst aangebracht: “In het jaar Onzes Heren 1899, de avond voor Maria geboorte, heeft Etienne G.F. baron van Zuylen van Nijevelt van de Haar, huidige heer van de Haar, deze grafkelder laten openen uit piëteit voor en eer aan zijn voorvaderen 18 schedels en vele botten hierin gevonden (overblijfselen van zijn voorvaderen hier in eerder eeuwen begraven) herbegraven. In tegenwoordigheid van de zeer eerwaarde heer Th. De Klaver, pastoor van Vleuten en Haarzuilens, dr. P.J.H. Cuypers, commandeur in de orde van de Nederlandsche Leeuw etc. etc. en zijn zoon Joseph Th. J. Cuypers, architecten van de restauratie van kasteel de Haar en Frans Luyten, beheerder”.